Ah, Paradiso. Hoeveel voetstappen heb ik daar niet liggen. Ik zag er helden als Hootie & the Blowfish die er een Americana-hoogmis hielden, Snow Patrol dat diverse vormen van pathos bleek te beheersen, Luka Bloom die slechts een akoestische gitaar nodig had om de zaal plat te krijgen, Echo & the Bunnymen die met een teletijdmachine uit de eighties waren gebeamed, en diverse edities van London Calling waar de energie met emmers tegelijk van de podia afspatte. Poptempel? Popkathedraal!
Maar in de kelder was ik nooit geweest. Tot nu dan. De aanleiding was niet de minste: bier. Paradiso bleek dit jaar namelijk vijftig jaar te bestaan. (Tof jaar toch, dat 1968.) En dat kan niet beter gevierd worden dan met een eigen bier. Heineken bleek niet de juiste partij te zijn voor een speciaal Paradisobiertje. Dan maar verder gezocht, en bij Poesiat & Kater terecht gekomen. Die o.a. het Van Vollenhovenbier maakt, dat weer ooit van Heineken was. En zo is de cirkel weer rond, voor hen die dat van belang vinden. Heineken wordt wel genoemd op het flesje, en zal dus toch een duit in het zakje hebben gedaan.
Dat flesje, dat is een bijzondere. Van aluminium namelijk. Nu weten we dat blik de ideale bierverpakking is. Het heeft echter één groot nadeel: de uitstraling. Mensen vinden bier in blik nu eenmaal ‘goedkoop’. Dat is natuurlijk een kwestie van tijd voordat dat verandert, maar in Nederland gebeurt alles nu eenmaal 50 jaar later. (Volgens ene Frits Kief. Naar het schijnt.) Dit flesje zou wel eens de missing link kunnen zijn. Alle voordelen van blik (al zit er een kroonkurk op – is dat net zo luchtdicht als een bliklipje?) maar dan in een flesch! Natuurlijk, Heineken deed dit al eerder. Maar dit is Gloria – cool craft bier in een blik. Verkrijgbaar bij Paradiso, P&K, en de ‘leukste bars in Amsterdam en omstreken’. Eymert van Manen liet ter plekke zijn fantasie de vrije loop over wat deze verpakking allemaal aan mogelijkheden zou kunnen bieden voor de P&K bieren.
En het bier zelf dan? Volgens brouwer Julián Álvarez Zárate van P&K is het de bedoeling geweest om er een makkelijk doordrinkbaar bier van te maken. Eentje die je in je handen kan houden als je aan het partyen, dansen en raven bent. Vele proefbrouwsels en testsessies zijn er aan te pas gekomen in de afgelopen maanden. En het is gelukt. Een pale ale met Duitse hoppen en een pittigheid die een keurig midden van de weg bewandelt. Voor de een zal het te mild zijn, de ander zal het flesje niet leeg krijgen vanwege de bitterheid. Maar iedereen naar de zin maken lukt toch niet. Dit is gewoon een keurig bier, in een uber-cool flesje. Echt uitgaansbier. Paradisobier? Zoiets wat in plastic bekers hoort? Nee, dat is het niet. Het heeft cachet. Cachet van een vijftigjarige die er nog graag bij hoort en dat – lo and behold – nog doet ook. 1968, best een tof jaar.